Gelukkig worden steeds meer paardeneigenaren zich bewust van het belang van een goed passend zadel. Heel fijn, want dat maakt ons leven als zadelpasser een stukje makkelijker. Helaas zien we in de praktijk nogal eens wat goedbedoelde adviezen voorbij komen op diverse fora, maar ook in de praktijk, die berust zijn op een misverstand. Zo ook over brede kussenkanalen. We zien en horen tegenwoordig steeds vaker oproepen voor zadels met een breed kussenkanaal voor paarden met een brede wervelkolom. In principe goed gedacht! Maar helaas wordt daarbij vaak een nog véél belangrijker onderdeel compleet overgeslagen; de ‘twist’ breedte van de zadelboom.
Laten we even bij het begin beginnen:
1. De breedte van het kussenkanaal
De wervelkolom van een gemiddeld paard is ongeveer twee á drie vingers breed. Bij een wat groter, grover paard kan dit soms zelfs iets meer dan die drie vingers zijn, al komt dit niet zo heel vaak voor. De breedte van het kussenkanaal is uiteraard heel erg belangrijk. De kussens moeten de wervelkolom van je paard te allen tijde vrij laten. Hou er daarbij rekening mee dat de kussens mooi langs de wervelkolom moeten dragen, en niet hoog boven de wervelkolom aan mogen sluiten. Dit geeft namelijk druk tegen de wervelkolom aan. Daarnaast beweegt een paard en buigt in de wervelkolom naar links of rechts. Een zadel is een statisch iets en kan niet met de wervelkolom mee buigen. Om deze reden wil je graag een kleine reserve inbouwen, zodat het paard voldoende kan buigen zonder daarin door het zadel te worden gehinderd. De meeste zadels die tegenwoordig gefabriceerd worden hebben een kussenkanaal van ongeveer vier á vijf vingers breed. Kijk je eigen zadel ook eens na. Heel soms komen we nog een ouderwets zadel tegen waar je nét twee vingers tussen het kussenkanaal kunt passen. In mijn carrière ben ik nog nooit een paard tegengekomen met zúlke smalle wervels …
2. De breedte van de twist
Nu wordt het iets ingewikkelder. De zadelboom dient qua vorm altijd te corresponderen met de rugvorm van je paard. Dit klinkt logisch, en dat is het ook, maar helaas gaat het hier in de praktijk tóch (te) vaak mis. De vorm van de boom wordt bepaald door de volgende aspecten:
- Breedte en vorm van het kopijzer
- De hoek van de rails
- Breedte tussen de rails
- Lengte
- Breedte van de rails ter hoogte van de zitting
- Ronding van de boom
- De hoek van de cantle
De hoek van de rails en de breedte tussen de rails bepalen de ‘twist’ van het zadel. Dit is het gedeelte waar jij als ruiter zit en bevind zich voor je paard ter hoogte van de basis van de schoft. Als de ruimte tussen de rails te smal is, of de hoek van de rails te steil voor jouw (rondgeribte) paard, dan gaat het zadel daar altijd een drukpunt geven, ongeacht de breedte van het kussenkanaal. In een ideale setting willen we dat het paard de juiste aanspanning maakt. Dat wil zeggen dat hij zijn bekken kan kantelen, de buikspieren aan kan spannen en hierdoor de schoft omhoog kan bewegen. Op het moment dat een paard zijn schoft omhoog wil bewegen met een zadel met een te smalle en/of te steile twist, dan zal het zadel daar knijpen. Vaak zie je dan dat een zadel gaat ‘rocken’/klapperen, of zelfs naar voren schuift. Daarnaast hebben paarden in het algemeen de neiging om voor druk te wijken. Op het moment dat een paard dus tegen druk aan loopt op het moment dat het zijn schoft omhoog wil brengen, dan zal het direct reageren door zijn schoft weer weg te drukken. Het paard zal dus moeite hebben met het maken van de juiste aanspanning.
3. Herken het ongemak van jouw paard!
Waaraan kun je nu herkennen dat jouw paard last heeft van een (te) smalle twist? Moeite met onderbrengen van de achterbenen, moeite met schoft omhoog bewegen/goed over de rug komen. Moeite met loslaten in de kaak of juist er achter kruipen en moeite met verbinding maken. Het zadel schuift/biedt weinig stabiliteit. Onderontwikkeling van de bespiering/atrofie achter schouders/rondom basis van de schoft.
Natuurlijk zijn er heel veel oorzaken die bovenstaand beeld in het paard kunnen geven. Twijfel je? Neem dan eens contact op met een ESS-gecertificeerde zadelpasser. Zij kunnen je van onafhankelijk advies voorzien en kijken wat er nodig is om jou en je paard optimaal te laten presteren. En hou in je achterhoofd; met alleen een breed kussenkanaal ben je er nog niet!